Naar inhoud springen

Klinker (klank)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Lange klinker)
Vooraan Bijna-vooraan Midden Bijna-achteraan Achteraan
Gesloten
i • y
ɨ • ʉ
ɯ • u
ɪ • ʏ
e • ø
ɘ • ɵ
ɤ • o
ɛ • œ
ɜ • ɞ
ʌ • ɔ
a • ɶ
ɑ • ɒ
Bijna-gesloten
Gesloten-midden
Midden
Open-midden
Bijna-open
Open
Klinkervierhoek met aanklikbare klinkers

Klinkers of vocalen zijn spraakklanken, waarvan de uitspraak begint met geblokkeerde stemspleet die vervolgens opengaat. De spraaklucht gaat dan door de stembanden trillen en kan welhaast ongehinderd de mond verlaten. Als een klinker voorafgegaan wordt door een medeklinker, is het de medeklinker die de stemspleet opent.

De 26 letters van het alfabet worden wel onderscheiden in klinkers en medeklinkers. De klinkers zijn de vijf letters a, e, i, o en u. De klank van die letters hangt af van de taal en de letters die eromheen staan. De y wordt als letter tot de medeklinkers gerekend, maar neemt een aparte positie in en fungeert soms als medeklinker (yoga, yoghurt) en soms als klinker (type, analyse).

Klinkers vormen in de meeste talen (inclusief het Nederlands) het hart van elke lettergreep, meestal omgeven door een of meer medeklinkers. Anders gezegd: klinkers zijn altijd syllabisch, dat wil zeggen dat ze zelfstandig (of voorzien van een zogenaamde aanzet en/of coda van consonantische fonemen) een lettergreep kunnen vormen.

Nederlandse klinkers

[bewerken | brontekst bewerken]

De verzameling klinkers in het Nederlands is sterk afhankelijk van het dialect. Als we het hebben over 'de' Nederlandse klinkers, bedoelen we gemakshalve die van het Standaardnederlands.

In het Standaardnederlands komen 9 enkelvoudige klinkers voor, waarvan 6 zowel kort als lang. Daarnaast zijn er nog minstens 12 tweeklanken. De lange enkelvoudige klinkers komen op een uitzondering na alleen voor in lettergrepen die eindigen op de letter r: beur is lang, uk is kort; boer is lang, hoek is kort. De enige uitzondering op die regel is de (lange) aa, die ook in andere lettergrepen voorkomt, zoals baak.

In de volgende tabel staan de enkelvoudige Nederlandse klinkers, elk gevangen in een lettergreep:

Enkelvoudige Nederlandse klinkers
enkelvoudig - kort: uk Ruud ziek hik hek hak hok hoek
enkelvoudig - lang: beur buur bier beer baak boor boer

De belangrijkste tweeklanken, allemaal lang, vinden we in de volgende woorden:

Belangrijkste Nederlandse tweeklanken
tweeklanken (lang): luw nieuw lees leeuw luis lijst vlaai lauw looi loos loei

Het blijkt dat niet alle tweeklanken met twee klinkerletters worden geschreven (zie 'luw') en ook dat niet alle enkelvoudige klinkers met een of twee van dezelfde letters worden geschreven (zie 'ziek').

Vrij en gedekt

[bewerken | brontekst bewerken]

Men kan de Nederlandse klinkers onderverdelen in vijf gedekte klinkers, zeven vrije klinkers, de zogenoemde toonloze /e/ (van de) en drie tweeklanken. Verder komen vier gedekte klinkers ook voor als neusklinker (in aan het Frans ontleende woorden) en zijn er nog zeven onechte tweeklanken.

Gedekte klinkers

[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn vijf gedekte klinkers: /ɑ/ (a van bal), /ɛ/ (e van bel), /ɪ/ (i van bil), /ɔ/ (o van bol) en /ʏ/ (u van bul). De gedekte klinkers worden ook wel korte klinkers genoemd, maar deze benaming kan verwarring scheppen omdat bijvoorbeeld /ɛ/ en de /ɔ/ ook verlengd voorkomen in onder andere blèren en roze. Met de benaming gedekte klinkers is bedoeld dat deze klinkers gevolgd (gedekt) worden door een medeklinker in dezelfde lettergreep. De gedekte klinkers komen namelijk vrijwel alleen in gesloten lettergrepen voor, dat wil zeggen in lettergrepen die eindigen op een medeklinker: kar, bed, bik, bom, hun. Alleen in tussenwerpsels zoals hè staat een gedekte klinker in een open lettergreep.

In sommige dialecten zijn er twee varianten van de gedekte o: als in hok en als in bok. Op het leesplankje van Hoogeveen wordt dat aangegeven met een punt boven de letter.

Gedekte klinkers worden meestal als korte klinkers uitgesproken, maar er zijn ook contexten waarin ze lang worden uitgesproken, in het bijzonder wanneer de lettergreep eindigt op een /r/ en in een aantal leenwoorden:

Drie gedekte klinkers komen in aan het Frans ontleende woorden ook voor als neusklinkers. De /ʏ/ heeft geen nasale variant in het Frans.

Gedekte klinker   Kort   Lang   Overeenkomende vrije klinker   Nasale klinker (uit het Frans)
/ɑ/ bar /bɑr/ baar /baːr/ /ɑ̃/ elan
/ɛ/ bed /bɛt/ crème /krɛːm/ teem /teːm/ /ɛ̃/ timbre
/ɪ/ pit /pɪt/ peer /pɪːr/ Piet /pit/
/ɔ/ bot /bɔt/ boot /boːt/ /ɔ̃/ plafond
/ʏ/ put /pʏt/ beurt /bʏːrt/ buurt /byːrt/

Vrije klinkers

[bewerken | brontekst bewerken]

Er zijn zeven vrije klinkers: /aː/ (aa van raak), /eː/ (ee van reek), /i/ (ie van riek/, /oː/ (oo van rook), /y/ (uu van Ruud), /øː/ (eu van reuk) en /u/ (oe van roek). De vrije klinkers worden ook wel lange klinkers genoemd, maar ook deze benaming kan verwarring scheppen omdat het verschil in lengte met de gedekte klinkers vaak niet groot is en omdat de lange klinkers zelf nog verlengd worden voor de /r/. Vergelijk raak en raar, roek en roer. Met de benaming vrije klinkers is bedoeld dat ze vrij kunnen voorkomen, dat wil zeggen niet alleen in gesloten lettergrepen zoals koek en keus, maar ook in open lettergrepen zoals koe en keu.

de zeven vrije klinkers
/aː/ /eː/ /i/ /oː/ /y/ /øː/ /u/
raak reek riek rook Ruud reuk roek

De dertiende klinker is de sjwa /ə/, ook wel doffe, toonloze of stomme e genoemd, zoals we die horen in de tweede lettergreep van leren.

Er zijn drie echte tweeklanken: de /ɛɪ/ van geit of tijd, de /œy/ van guit en de /ɔu/ van goud of gauw. Bij echte tweeklanken gaat het niet om een combinatie maar om een vermenging van klinkers. De twee klinkers zijn niet apart hoorbaar.

de drie echte tweeklanken
/ɛɪ/ /œy/ /ɔu/
geit guit goud

Onechte tweeklanken

[bewerken | brontekst bewerken]

Het Nederlands kent verder nog zeven onechte tweeklanken. Bij onechte tweeklanken gaat het niet om een vermenging maar om een combinatie van klinkers. De klinkers blijven apart hoorbaar. Vijf combinaties eindigen op een /i/ en twee op een /u/.

de zeven onechte tweeklanken
/ai/ /ɔi/ /aːi/ /oːi/ /ui/ /eːu/ /iu/
ai! hoi haai hooi foei meeuw nieuw

De tweeklanken /eːu/ en /iu/ worden altijd gespeld met een w erachter.

Enkelvoudig versus samengesteld

[bewerken | brontekst bewerken]

Een andere manier om klinkers te rangschikken, is door uit te gaan van enkelvoudige en samengestelde klinkers. Enkelvoudige klinkers veranderen in de tijd niet van klank en kunnen dus even goed kort of lang worden uitgesproken; samengestelde klinkers (tweeklanken) vormen in de tijd een klankverloop. In het onderstaande diagram staan links de enkelvoudige klinkers en rechts de samengestelde.

Het valt op dat van de enkelvoudige klinkers er vier met twee letters worden geschreven: dit zijn allemaal 'lange' klinkers. De klinkers die met één letter worden geschreven klinken meestal kort, maar kennen ook een lange variant voorafgaand aan de letter R, die dan anders wordt geschreven:

Voorbeelden van lange varianten van korte enkelvoudige klinkers
ɪː ɛː ʊː ʏː
beer blèr door deur

De samengestelde klinkers worden meestal met twee of meer letters geschreven, maar sinds de spellingwijziging van 1934 worden dubbele letters uit open lettergrepen vereenvoudigd tot een enkele letter. De uitspraak van (bijvoorbeeld) de letter o is daardoor in het woord zon geheel anders dan in het woord zonen. Kampioen dubbelzinnigheid is wel de letter e: in het woord levensles is de uitspraak in elke lettergreep anders, en in feite zijn er vier uitspraken mogelijk:

De vier klanken van de alleenstaande e
leven leven les beren
ə ɛ ɪː

Met de "klinkerhoogte" wordt de verticale positie van de tong ten opzichte van de bovenkant van de mond (de tandkassen of het verhemelte) of ten opzichte van de geopende kaak tijdens de articulatie bedoeld. Bij de articulatie van hoge ofwel gesloten klinkers bevindt de tong zich hoog in de mond, terwijl de tong zich bij de articulatie van lage ofwel open klinkers laag in de mond bevindt. De termen "open" en "gesloten" worden bij voorkeur gebruikt in het Internationaal Fonetisch Alfabet en verwijzen naar de stand van de kaak, hoewel het hier in feite meer een akoestische dan een articulatorische eigenschap betreft. Klinkerhoogte wordt tegenwoordig meestal gedefinieerd op basis van de eerste formant (F1): hoe hoger de F1, des te lager (opener) is de klinker. De laagste klinker is a.

  • Het woord met de meeste opeenvolgende klinkerletters in het Nederlands is: zaaiuien. Voorheen waren dat koeieuier en papegaaieeieren, maar deze zijn met de meest recente spellingwijziging weggevallen, want ze hebben een verplichte tussen-n gekregen.