Naar inhoud springen

Knobbelslangachtigen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Xenodermidae)
Knobbelslangachtigen
Achalinus formosanus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Familie
Xenodermidae
Gray, 1849
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Knobbelslangachtigen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Knobbelslangachtigen[1] (Xenodermidae) zijn een familie van reptielen die behoren tot de slangen (Serpentes).

Naam en indeling

[bewerken | brontekst bewerken]

De wetenschappelijke naam van de knobbelslangachtigen werd voor het eerst voorgesteld door John Edward Gray in 1849. Er zijn 25 soorten die verdeeld zijn in vijf geslachten. Het geslacht Xylophis werd ook lange tijd tot deze groep gerekend, maar wordt tegenwoordig als geslacht binnen de familie Pareidae gezien[2]

De naam Xenodermidae betekent vrij vertaald 'vreemde huid'; xenos = vreemd en derma = huid. Deze naam komt ook terug in de Nederlandstalige naam knobbelslangachtigen; veel soorten hebben afwijkende schubben. De Javaanse knobbelslang is hiervan het sprekendste voorbeeld; deze slang heeft drie rijen vergrote schubben op de bovenzijde die doen denken aan de huid van een krokodil.

De familie werd lange tijd beschouwd als een onderfamilie van de toornslangachtigen (Colubridae) onder de naam Xenoderminae. Later werd de groep als een aparte familie erkend en werd de naam Xenodermatidae gebruikt, maar deze naam wordt beschouwd als verouderd. Ze verschillen van andere families van slangen door enkele primitieve kenmerken aan de schedel en structuur van de schubben.[1]

Uiterlijke kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]

De slangen blijven vrij klein en bereiken een lichaamslengte van ongeveer 40 tot 50 centimeter. De kop is altijd duidelijk te onderscheiden van het lichaam door de aanwezigheid van een insnoering. De ogen zijn relatief klein en hebben een ronde pupil.[3]

Veel soorten zijn aan vochtige streken of aan water gebonden en leven van vissen en kikkers. De vrouwtjes zetten meestal eieren af maar sommige exemplaren van de Javaanse knobbelslang zijn eierlevendbarend, de jongen komen levend ter wereld.[2]

Verspreidingsgebied

[bewerken | brontekst bewerken]

De slangen komen voor in delen van Azië en leven in de landen Vietnam, China, Japan, Taiwan, Hongkong, Cambodja, Laos, Thailand, Maleisië, India, Indonesië en Myanmar.[2]

De familie omvat de volgende geslachten, met de auteur, het aantal soorten en het verspreidingsgebied.

Naam Auteur Aantal soorten Verspreidingsgebied
Achalinus Peters, 1869
18
Azië; Vietnam, China, Japan, Taiwan en Hongkong
Lipslangen
(Fimbrios)
Smith, 1921
2
Azië; Cambodja, Vietnam en Laos
Parafimbrios Smith, 1921
2
Azië; Laos, Vietnam, Thailand en China
Stoliczkia Jerdon, 1870
2
Azië; Maleisië, India en Indonesië
Xenodermus Smith, 1921
1
Azië; Myanmar, Thailand, Maleisië en Indonesië

Bronvermelding

[bewerken | brontekst bewerken]