Naar inhoud springen

Jérôme Heldring

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf J.L. Heldring)
J.L. Heldring
J.L. Heldring bij de viering van het 125-jarig bestaan van de Nieuwe Rotterdamse Courant in De Doelen, 1969
J.L. Heldring bij de viering van het 125-jarig bestaan van de Nieuwe Rotterdamse Courant in De Doelen, 1969
Achtergrondinformatie
Naam Jérôme Louis Heldring
Geboren 21 december 1917
Geboorteplaats Amsterdam
Overleden 27 april 2013
Overlijdensplaats Den Haag
Land Vlag van Nederland Nederland
Opleiding Universiteit Leiden
Beroep Journalist en columnist
Bekend van Column Dezer dagen in NRC Handelsblad
Portaal  Portaalicoon   Media

Jérôme Louis Heldring (Amsterdam, 21 december 1917Den Haag, 27 april 2013) was een Nederlands journalist en columnist. Hij was tussen 1953 en 2012 columnist, aanvankelijk voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant[1] (NRC) en vervolgens voor NRC Handelsblad waarin de NRC na een fusie met het Algemeen Handelsblad opging. Tussen 1968 en 1972 was hij hoofdredacteur.

Heldring was een van de bekendste conservatieve denkers van Nederland.[2] Zijn columns vormden een ijkpunt voor Nederlanders met belangstelling voor (internationale) politiek. Zijn laatste column verscheen op 5 april 2012.[3] Heldring maakte tot zijn einde gebruik van zijn schrijfmachine om zijn columns te schrijven en niet van een computer, maar zijn secretaresse verzond zijn teksten vervolgens meestal per e-mail.

Heldring was lid van het in het Nederland's Patriciaat opgenomen geslacht Heldring.[4] Het geslacht Heldring telt veel kooplieden en predikanten. J.L. Heldrings overgrootvader was Ottho Gerhard Heldring, predikant en voorman van Het Réveil en de oprichter van de Ottho Gerhard Heldringstichting, een stichting die nu nog een bekende justitiële jeugdinrichting in het Gelderse Zetten beheert. Zijn grootvader was Balthasar Heldring, een zakenman, bankier en publicist.

Heldring werd op 21 december 1917 te Amsterdam geboren als zoon van de protestantse ondernemer Ernst Heldring (1871-1954) en de Franse Marie Constance Bungener (1889-1924) als vierde van zes kinderen. Ernst was sinds 1899 directeur van de Koninklijke Nederlandse Stoomboot-Maatschappij. Het gezin woonde aan de Herengracht 478, in de Gouden Bocht.[5] Nog geen maand voor Heldrings zevende verjaardag raakten zijn ouders in Rome gewond bij een aanrijding; zijn moeder overleed na enige weken aan haar verwondingen.[6] De vader vond zijn ongetrouwde zuster Olga bereid bij hem in te trekken om met de opvoeding van de kinderen te helpen. Daarnaast waren er kinderjuffrouwen, de meeste Zwitsers omdat die protestants waren.[7] Vader Ernst nam de kinderen vaak mee op buitenlandse trips, naar Sankt Moritz en in de jaren dertig bijna elk jaar, vaak met een schip van de KNSM. Zo bezochten ze Scandinavië, Genua en Griekenland.[8]

In 1930 begon Heldring zijn middelbareschoolopleiding aan het Barlaeus Gymnasium aan de Weteringschans, waar hij actief was als redactielid van de schoolkrant, Suum Cuique.[9] In de jaren 1933-1935 was hij voorstander van de - toen nog niet antisemitische - NSB, welke voorkeur hij later "een symptoom van mijn rebellie tegen het vaderlijk gezag" noemde.[10] In de loop van 1935 raakte hij "genezen van mijn fascistische bevlieging".[11] Zijn vroege interesse in politiek kostte veel tijd die aan school had moeten worden besteed. Hij blonk de eerste jaren alleen uit in geschiedenis en Nederlands. Gedurende zijn hele schoolperiode kreeg hij bijles in wiskunde, dat in 1936 op de cijferlijst van zijn eindexamen nog steeds zijn zwakste vak was.[12]

Heldring studeerde van 1936 tot 1941 rechten in Leiden. Hij was lid van het Leidsch Studenten Corps en leverde bijdragen, soms gedichten, aan het corpsblad Virtus Concordia Fides[13], en vaker bijdragen over godsdienstige en ethische kwesties. Na het behalen van zijn titel werkte Heldring drie jaar bij de Uitgeverij Brill. In 1945 trad Heldring in dienst bij de Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) als redacteur buitenland. Van 1949 tot 1953 werkte hij bij het Nederlands Informatie Bureau in New York (vanaf 1951 als directeur), waarna hij terugkeerde naar de NRC. Van 1968 tot 1972 was hij hoofdredacteur van deze krant. Van 1972 tot 1982 was Heldring directeur van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken (NGIZ), waaraan het hoofdredacteurschap van de Internationale Spectator (1972-1985) verbonden was.[14]

Heldring trouwde in 1942 met Suzanna Sophia (Fiet) van den Broek (1921-2013). Samen met zijn kleinzoon Jasper Boon was J.L. Heldring gasthoofdredacteur van het tijdschrift Opinio, voor het nummer dat op 21 december 2007 verscheen.

Dezer dagen (column)

[bewerken | brontekst bewerken]

Op 4 januari 1960 begon Heldring met zijn column Dezer dagen.[15] Aanvankelijk richtte hij zich op het betrekken van de Nederlanders bij de wereld om hen heen, later werd ook de binnenlandse politiek een onderwerp. De columns behandelden ideologische en culturele aspecten van gebeurtenissen, bevatten historische analyses en waren kritisch met betrekking tot de taal en logica van de beschouwingen die hij besprak. Vanaf 1985 stelde hij ook maandelijks taalfouten in de media aan de kaak, maar daarmee stopte hij in het voorjaar van 1998.[16]

In de 52 jaar tussen 1960 en 2012 schreef hij 4.400 afleveringen van Dezer dagen. Op 3 april 2012 berichtte Peter Vandermeersch, hoofdredacteur van de NRC, dat Heldring stopte met zijn wekelijkse column.[17] "Aangezien ik niet in herhaling van uitgekauwde thema’s wil vervallen, lijkt het mij beter een einde te maken aan mijn rubriek", lichtte Heldring toe.

De Nederlandse historicus Johan Huizinga was een van de bronnen waaruit Heldring vaak putte. Een andere invloed op zijn denken was het werk van Carry van Bruggen, vooral haar belangrijkste werk Prometheus, maar ook Hedendaags Fetischisme. In haar werk ontwikkelde Van Bruggen de gedachte dat alles of ieder slechts kan bestaan in contrast met het andere of de ander; een unicum in de totaliteit is ondenkbaar. Daarmee zijn er twee onverzoenlijke tendenties in het leven: zelfhandhaving of distinctiedrift versus opgaan in de ander, het andere of de collectiviteit. Dit waren centrale gedachten geworden in Heldrings analyses, een richtsnoer waaraan hij het realiteitsgehalte van politieke beschouwingen afmat.[18]

Als scepticus met belangstelling voor godsdienst liet hij zich ook op levensbeschouwelijk gebied niet onbetuigd; met name aan de moderniseringen in de Rooms-Katholieke Kerk in de jaren zestig heeft hij de nodige aandacht besteed. Hij stond bekend als de eerste en lange tijd enige zelfverklaarde conservatief[19] in Nederland in de jaren na de Tweede Wereldoorlog tot het begin van de 21e eeuw. Heldring wilde als scepticus en conservatief de wereld niet behouden zoals die is, maar hij wilde ontwikkelingen in goede banen leiden. Hij deed dat door te analyseren en vraagtekens te plaatsen, niet zozeer door de mensen van zijn mening te willen doordringen.

In 1993 ontving hij een eredoctoraat van de Universiteit van Amsterdam. In 2007 werd hem de Anne Vondelingprijs 2006 toegekend, de belangrijkste prijs voor politieke journalistiek.[20] De jury, bestaande uit Harry van Wijnen, Hans Dijkstal, Geert-Jan Laan, Tineke Lodders en Thom de Graaf, motiveerde haar keuze door er op te wijzen dat Heldring "een intellectueel en een generalist [is] die voor zijn columns put uit zijn fenomenale geheugen".[21] Heldring ontving in 2012 De Tegel 2012 (oeuvreprijs), een van de jaarprijzen voor Nederlandse journalistiek.[22]

Heldringprijs

[bewerken | brontekst bewerken]

Naar Jérôme Heldring was tussen 2012 en 2018 een prijs vernoemd voor de beste Nederlandse columnist. De prijs werd uitgereikt tijdens De Nacht van NRC in de Stadsschouwburg Amsterdam. De Heldringprijs was ontworpen en gemaakt door beeldend kunstenaar Iris Le Rütte.

  • De eerste winnaar was Hans Goslinga, columnist van dagblad Trouw. De prijs werd op 6 oktober 2012 overhandigd door de hoofdredacteur van het NRC Handelsblad, Peter Vandermeersch.
  • In 2013 ging de prijs naar Volkskrant-columniste Sheila Sitalsing. De jury prees Sitalsing om haar degelijke feitenkennis, humorvolle benadering en de afwezigheid van enig cynisme.
  • In 2014 won Folkert Jensma voor zijn columns over recht en de rechtstaat.
  • In 2015 won Caroline de Gruyter voor haar column In Europa in NRC weekend
  • In 2016 won Marja Pruis voor haar columns over literatuur in de Groene Amsterdammer.
  • In 2017 won Stevo Akkerman, columnist van Trouw. De jury (bestaande Herman Pleij, Giselle van Cann (NOS Nieuws), Avinash Bhikhie (Nu.nl) en Folkert Jensma) prees zijn ruimte voor twijfel en „de keiharde nuance, het onverbiddelijke enerzijds-anderzijds”.[23]
  • In 2018 won Maxim Februari, columnist van NRC. Volgens de jury vanwege de literaire manier van schrijven over actuele thema’s’. Het op een heel luchtige toon over ernstige zaken spreken, zoals over technologisering of het neoliberalisme.[24]

Na 2018 is de Heldringprijs niet meer uitgereikt.

  • Onze eeuw. J.L. Heldring en André Spoor in gesprek, Van Oorschot, 2013
  • Dezer dagen, Van Oorschot, 2012
  • Voorwoord in: H.J. Bouman & L.A. Ries: Wij van het verloren ras. Briefwisseling tussen mr L.A. Ries en mr H.J. Bouman 1923-1962. Bezorgd door Hessel Bouman. Eigen beheer, 2009 en 2010²
  • Heel ons fundament kraakt, en andere kanttekeningen, Van Oorschot (2003)[25] ISBN 90-282-0990-5 ISBN 978-9028209909
  • De taal op zichzelf is niets, Veen (1993) ISBN 90-254-0267-4
  • Een dilettant, Van Oorschot (1989) ISBN 90-282-0714-7
  • Sceptici over de Schrift Martin van Amerongen (red.), [bijdragen J.L. Heldring et al.], Anthos (1989) ISBN 90-6074-297-4
  • Andermans veren. Uit de citatenverzameling van J.L. Heldring, Balans (1986) ISBN 90-5018-007-8
  • Geschiedenis na 1945, Het Spectrum, 1985
  • Nederland en de rechten van de mens [onder red. van Ph.P. Everts en J.L. Heldring], In den Toren, 1981
  • Ontspanning door Oostelijke en Westelijke bril, Stichting Atlantische Commissie, 1978
  • Studiebijeenkomst over conferentie voor veiligheid en samenwerking in Europa, Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken, 1976
  • Moraal en buitenlandse politiek, met bijdragen van Fresco, M.F.; Universitaire Pers Rotterdam, 1975
  • Het verschil met anderen, Van Oorschot, 1975
  • Nederlandse buitenlandse politiek : aspecten en achtergronden [voorwoord: L.G. Jacquet, met bijdragen van C.L. Patijn, J.L. Heldring, P.R. Baehr et al.], 1969
  • Ethische aspecten van het kernwapen [samenst. D.W.O.A. Grosheide, J.J. Heldring, S.L. Kwee et al.], Kok, 1968
  • Spanning en ontspanning na Tsjechoslowakije, N.R.C., 1968
  • Democratie in debat, Boom, 1964
  • Gelijk hebben en krijgen : commentaren op Nederlands buitenlandse politiek (met: Paul van 't Veer en A.L. Constandse), Bezige Bij, 1962
  • Hugo Arlman, De eeuw van J.L. Heldring (1917-2013): een biografie, Van Oorschot, 2018, ISBN 9789028282018

Over zijn werk

[bewerken | brontekst bewerken]
  • John Kroon: 'Jérôme Heldring'. In: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden, 2014-2015, pag. 128-135
  • De conservatieve uitdaging. De scepsis van J.L. Heldring. Amsterdam, Prometheus, 2003. ISBN 90-446-0325-6
  • Dezer jaren : buitenlands beleid & internationale werkelijkheid. Beschouwingen aangeboden aan J.L. Heldring bij diens afscheid als directeur van het Nederlands Genootschap voor Internationale Zaken. 's-Gravenhage, In den Toren, 1982. ISBN 90-6074-572-8
[bewerken | brontekst bewerken]