Naar inhoud springen

Cassiteriet

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Cassiteriet
Cassiteriet
Mineraal
Chemische formule SnO2
Kleur Bruin, bruinzwart, groen, grijs en kleurloos
Streepkleur Bruinwit
Hardheid 6 - 7
Gemiddelde dichtheid 6,9 kg/dm3
Opaciteit Doorzichtig, doorschijnend tot opaak
Splijting [100] Perfect, [110] Matig
Kristaloptiek
Kristalstelsel Tetragonaal
Lijst van mineralen
Portaal  Portaalicoon   Aardwetenschappen

Het mineraal cassiteriet is een tin-oxide met de chemische formule SnO2.

Eigenschappen

[bewerken | brontekst bewerken]

Het kleurloze, grijze, groene of bruin- tot bruinzwarte cassiteriet heeft een diamantglans, een bruinwitte streepkleur, een perfecte splijting volgens kristalvlak [100] en een onduidelijke volgens [110]. De gemiddelde dichtheid is 6,9 en de hardheid is 6 tot 7. Het kristalstelsel is tetragonaal en het mineraal is niet radioactief .

De naam van het mineraal cassiteriet is afgeleid van het Griekse woord kassiteros, dat "tin" betekent.

Cassiteriet is het meest algemene tin-oxide en komt vooral voor in granitische pegmatieten en alluviale afzettingen. De typelocatie is gelegen in Cornwall en Wales in het Verenigd Koninkrijk. Ook in Oost-Congo komt (naast goud, koper en coltan) en in veel Malakka, (Maleisië) cassiteriet voor.

De Feniciërs haalden het van de legendarische Kassiteriden, een eilandengroep waarmee mogelijk de Scilly-eilanden bedoeld werden, ten westen van Cornwall. De Feniciërs verhandelden dit mineraal door het hele Middellandse Zeegebied. Vanaf de 13e eeuw werd het ook in het Ertsgebergte, op de grens van Duitsland en Tsjechië, gedolven.

Zie de categorie Cassiterite van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.