anglicaan

• Geluid:  anglicaan    (hulp, bestand)

• an·gli·caan

• Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘lid van de anglicaanse Kerk’ voor het eerst aangetroffen in 1871 ^[1]
• ^[2]

de anglicaan m

1. lid van de Engelse (anglicaanse) staatskerk

• anglicanisme

• Het woord anglicaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "anglicaan" herkend door:

• Zie Wikipedia voor meer informatie.