autocratisch
- au·to·cra·tisch
- afgeleid van autocratie met het achtervoegsel -isch
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | autocratisch | autocratischer | |
verbogen | autocratische | autocratischere | |
partitief | autocratisch | autocratischers | - |
autocratisch
1.
- Het woord autocratisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "autocratisch" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be