Naar inhoud springen

bekennen

Uit WikiWoordenboek
bekennen tijdens de biecht
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
bekennen bekennend
bekentenis bekend
  • be·ken·nen
  • In de betekenis van ‘bespeuren, erkennen’ voor het eerst aangetroffen in 901 [1]
  • afgeleid van kennen met het voorvoegsel be- [2]
  • [3] Leenvertaling van Latijn cognoscere in de Latijnse Vulgatatekst van de Bijbel.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekennen
bekende
bekend
zwak -d volledig

bekennen

  1. overgankelijk iets laak- of strafbaars toegeven
    • Na een langdurig verhoor bekende hij de moord gepleegd te hebben. 
    • Zij bekende haar zonden tijdens de biecht. 
  2. niet te bekennen zijn: ontbreken, niet te vinden zijn
    • We dachten hem daar aan te zullen treffen, maar hij was in geen velden of wegen te bekennen. 
     In werkelijkheid kunnen ze alleen maar wadend in de troebele poel hun dood tegemoet zijn gelopen - een nabij ravijn is nergens te bekennen.[3]
     Het is een verleidelijk beeld, als je langs talloze kerken en kastelen rijdt, door stadjes waar geen leven te bekennen is, laat staan enige moderne vorm van bedrijvigheid. Maar daarmee misken je de dynamiek die je even goed langs de Nationale 7 aantreft.[4]
  3. overgankelijk (eufemisme) (Bijbel) (seksualiteit) seksuele omgang hebben met (iemand)
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. "bekennen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. bekennen op website: Etymologiebank.nl
  3. Bronlink Weblink bron
    Rob Gollin
    “De helling van de mooie meisjes knijpt de renner de keel dicht” (10 juli 2019), de Volkskrant
  4. Bronlink Weblink bron
    Peter Giesen
    “Route Nationale 7, leuker dan de Route du Soleil” (30 juli 2014), de Volkskrant
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be