Naar inhoud springen

civilist

Uit WikiWoordenboek
  • ci·vi·list
enkelvoud meervoud
naamwoord civilist civilisten
verkleinwoord

de civilistm

  1. (juridisch) jurist gespecialiseerd in het burgerlijk recht
    • Hij richt zich op strafzaken, in die tijd gezien als „in hoge mate intellectueel inferieur vergeleken met het civiele recht”, aldus Haenen. De civilisten noemen hun collega’s neerbuigend ’strafrechtboeren’. Moszkowicz ontdekt dat er genoeg cliënten zijn die kunnen en willen betalen voor bijstand in strafzaken. [2] 
    • Jaarlijks worden in de regio Amsterdam gemiddeld zes à zeven advocaten van het tableau geschrapt. Nu gaat het om een civilist, recent ging het ook om strafadvocaten. [3] 
86 % van de Nederlanders;
77 % van de Vlamingen.[4]