doffer

• Geluid:  doffer    (hulp, bestand)

• dof·fer

• In de betekenis van ‘mannetjesduif’ voor het eerst aangetroffen in 1287 ^[1]
• Naamwoord van handeling van doffen met het achtervoegsel -er ^[2]

de doffer m

1. (dierkunde) een mannetjesduif

   • De doffer broedt meestal overdag op de eieren en de duivin de rest van de tijd. 

• duiver, mannetjesduif

• duivin, duif, vrouwtjesduif

• kropdoffer

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

doffer

1. onverbogen vorm van de vergrotende trap van dof

• Het woord doffer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "doffer" herkend door: