Naar inhoud springen

eeuwig

Uit WikiWoordenboek
  • eeu·wig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen eeuwig eeuwiger eeuwigst
verbogen eeuwige eeuwigere eeuwigste
partitief eeuwigs eeuwigers -

eeuwig [2]

  1. voortdurend, zonder einde
    • Niets is eeuwig aan alles komt een einde. 
  2. (figuurlijk) voor een zeer lange tijd
     Dit was het moeilijke moment, dat was altijd zo. Nu moest hij zeggen dat de dienst hem helaas riep en dat hij rond lunchtijd al opgehaald zou worden met een geheim transport. Maar dat ze elkaar altijd konden schrijven, dat de oorlog niet eeuwig duurde en dat hij haar onmogelijk zou kunnen vergeten. Ze was natuurlijk wanhopig en vond dat hij haar erin had geluisd.[3]

eeuwig

  1. voortdurend, zonder einde
  2. (figuurlijk) voor een zeer lange tijd
    • Het kind bleef maar eeuwig doorzeuren en kreeg uiteindelijk haar zin. 
     Veel belangrijker nog, ik had de tocht niet kunnen lopen zonder haar zegen en support en ben eeuwig dankbaar voor de vrijheid die ze mij gaf.[4]
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[5]
  1. eeuwig op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus op Wikipedia, ISBN 9789044628265
  4. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be