Naar inhoud springen

feniks

Uit WikiWoordenboek
Een feniks in een 17e-eeuwse Franse schildering.
  • fe·niks
enkelvoud meervoud
naamwoord feniks feniksen
verkleinwoord - -

de feniksm

  1. (mythologie) fabeldier, een vogel die zich om de vijf eeuwen verbrandde en dan verjongd uit zijn as verrees
     Ze was onzeker, maar als het licht op het podium aanging, veranderde ze en werd ze zó krachtig. Ze was een soort feniks die steeds uit de as herrees.[5]
85 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[6]