feniks
- fe·niks
- via Middelnederlands venix en Latijn phoenix en van Oudgrieks φοῖνιξ (foinix), in de betekenis van ‘mythische vogel’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1301 [1] [2] [3] [4]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | feniks | feniksen |
verkleinwoord | - | - |
de feniks m
- (mythologie) fabeldier, een vogel die zich om de vijf eeuwen verbrandde en dan verjongd uit zijn as verrees
- ▸ Ze was onzeker, maar als het licht op het podium aanging, veranderde ze en werd ze zó krachtig. Ze was een soort feniks die steeds uit de as herrees.[5]
1.
- Het woord feniks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "feniks" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
92 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ "feniks" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ feniks op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron “Herinneringen aan Liesbeth List: 'Ineens deed ze die yogapose'” (27 maart 2020), NU.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 2 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Mythologie in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 85 %
- Prevalentie Vlaanderen 92 %