Naar inhoud springen

huismus

Uit WikiWoordenboek
Huismus, mannetje
  • huis·mus
enkelvoud meervoud
naamwoord huismus huismussen
verkleinwoord huismusje huismusjes

de huismusv / m

  1. (zangvogels) Passer domesticus op Wikispecies, een kleine zangvogel vaak in bebouwde omgeving leeft
  2. (figuurlijk) iemand die het liefst thuis blijft
99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be