samenzwering
- sa·men·zwe·ring
- Naamwoord van handeling van samenzweren met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | samenzwering | samenzweringen |
verkleinwoord | samenzwerinkje | samenzwerinkjes |
de samenzwering v
- een geheime poging een onwettelijke daad te organiseren
- Er was een samenzwering om de president te vermoorden.
- De commissie-Warren concludeerde dat Oswald het in zijn eentje had gedaan. Aanvankelijk overtuigde dat een meerderheid van de Amerikaanse bevolking, maar dat duurde niet lang. De lawine van waanzin die de moord ontketende, heeft tot gevolg gehad dat een ruime meerderheid van de Amerikaanse bevolking zeker meent te weten dat Kennedy het slachtoffer is geworden van een reusachtige samenzwering, wellicht de grootste en meest complexe uit de menselijke geschiedenis, en dat al het bewijsmateriaal op geniale wijze is vervalst. [1]
- Het woord samenzwering staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "samenzwering" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ historisch nieuwsblad
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be