Naar inhoud springen

schuit

Uit WikiWoordenboek
Een klein type schuit
Een schuitje van een weefgetouw
  • schuit
  • In de betekenis van ‘vaartuig’ voor het eerst aangetroffen in 1163 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord schuit schuiten
verkleinwoord schuitje schuitjes

de schuitv / m

  1. (scheepvaart) een eenvoudig open vrachtvaartuig zonder dek, opbouw of aandrijving
    • Het schuitje lag vlak bij de haven in het water te dobberen. 
  2. (textielindustrie) bij het weven gebruikte houder met het klosje garen
  3. (schertsend) een grote schoen
    • Wat een schuiten heb je toch! 
  • in hetzelfde schuitje zitten
in dezelfde moeilijkheden zitten
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]