trivia
Uiterlijk
Niet te verwarren met: trivium |
- alleen meervoud Vermoedelijk van Engels trivia, wat weer is afgeleid van Latijn trivialis. Het gelijkluidende Latijnse meervoud trivia hangt hiermee alleen indirect samen.
- tri·via
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | trivia |
verkleinwoord | - | - |
de trivia mv
- alledaagse, niet al te belangrijke zaken
- Het enkelvoud trivium is ook aan het Latijn ontleend, maar in een andere betekenis
- Het woord trivia staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "trivia" herkend door:
90 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- tri·via
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
- | - | trivia |
- IPA:
- tri·via
trivia
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 6
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 3 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord alleen in meervoud in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 90 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %
- Woorden in het Engels
- Woorden in het Engels van lengte 6
- Zelfstandig naamwoord in het Engels
- Woorden in het Latijn
- Zelfstandig naamwoord in het Latijn
- Zelfstandignaamwoordsvorm in het Latijn