Naar inhoud springen

Bruine pelikaan

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Bruine pelikaan
IUCN-status: Niet bedreigd[1] (2018)
Bruine pelikaan
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Pelecaniformes (Roeipotigen)
Familie:Pelecanidae (Pelikanen)
Geslacht:Pelecanus
Soort
Pelecanus occidentalis
Linnaeus, 1766
rood - broedgebied; oranje - verspreidingsgebied
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Bruine pelikaan op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De bruine pelikaan (Pelecanus occidentalis) is een vogel uit de familie Pelecanidae.

Deze vogel is overwegend zilvergrijs met bruin, met een witte of wit-met-gele kopkap en een kastanjebruine hals. De groenachtige, kale gelaatshuid en de keelzak worden tijdens het broedseizoen feller van kleur. Het verenkleed is bij beide geslachten gelijk. De lichaamslengte bedraagt 100 tot 150 cm[2] en het gewicht meer dan 3,5 kg.

Deze gedeeltelijke trekvogel gebruikt zijn keelzak als visnet. Pelikanen lijken zwaargebouwde vogels maar door hun lichte skelet valt dat eigenlijk erg mee. Waar andere pelikaansoorten hun prooien in groepsverband zwemmend met hun snavel opjagen en vangen, zijn de bruine pelikanen stootduikers. Van meters hoog nemen ze hun prooi in het water waar en duiken naar beneden. De langs de Peruaanse kust levende bruine pelikaan eet vooral sardines, die daar in groten getale voorkomen. Deze pelikaan is de belangrijkste guanoproducent.

Voortplanting

[bewerken | brontekst bewerken]

Beide ouders broeden om de beurt meerdere uren achter elkaar. Meestal worden 1 of 2, soms 3 jongen grootgebracht. Het voedsel wordt eerst door de ouders opgebraakt, maar na een dag of tien halen de jongen het zelf uit de keelzak van hun ouders. Ze broeden in bomen en struiken in mangrovebossen. Een ondersoort, de Peruaanse pelikaan, broedt op de grond.

De bruine pelikaan komt voor aan de kusten van de Noord- en Midden-Amerika, het Caraïbische gebied en het noorden van Zuid-Amerika.

Er worden vijf ondersoorten onderscheiden:[3]

De grootte van de populatie is in 2006 geschat op 300 duizend vogels. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status niet bedreigd.[1]

  • Juan Manuel de Ayala, de Spaanse zeeofficier die de Baai van San Francisco in kaart bracht, noemde Alcatraz La Isla de los Alcatraces. De naam Alcatraz is dus gebaseerd op het oude Spaanse woord Alcatraces, dat een leenwoord was uit het Arabisch, al-qatras, wat zeearend betekende. Hij refereerde hiermee aan de bruine pelikaan-soorten die daar veel voorkwamen.
Zie de categorie Pelecanus occidentalis van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.