Naar inhoud springen

Dick Tracy (1990)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dick Tracy
(Filmposter op en.wikipedia.org)
Tagline Their turf. Their game. Their rules. They didn't count on HIS law...
Regie Warren Beatty
Producent Warren Beatty
Scenario Jim Cash
Jack Epps jr.
Hoofdrollen Warren Beatty
Al Pacino
Madonna
Glenne Headly
Charlie Korsmo
Muziek Danny Elfman
Montage Richard Marks
Cinematografie Vittorio Storaro
Distributie Buena Vista Pictures
Première Vlag van Verenigde Staten 14 juni 1990
(wereldpremière)
Vlag van Verenigde Staten 15 juni 1990
Vlag van Nederland 5 oktober 1990
Genre Misdaad, Neo noir
Speelduur 105 minuten
Taal Engels
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Budget $ 46.000.000 (geschat)
Opbrengst $ 162.738.726 (wereldwijd)[1]
Gewonnen prijzen 6 (waaronder 3 Oscars)
Overige nominaties 30
(en) IMDb-profiel
MovieMeter-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Dick Tracy is een Amerikaanse neo noir-film uit 1990 van regisseur Warren Beatty. De film is gebaseerd op de gelijknamige stripreeks van Chester Gould en beschikt over een groot aantal sterrenacteurs, zoals Warren Beatty, Al Pacino, Madonna, Charlie Korsmo, Dustin Hoffman, Glenne Headly, James Caan en Kathy Bates.

De film won drie Oscars en twee BAFTA's en wordt vooral geprezen om zijn productieontwerp en muziek.

Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.

Detective Dick Tracy onderzoekt de moord op enkele gangsters. De daders werken in dienst van misdaadbaas "Big Boy" Caprice. Ze werden opgemerkt door een jongeman die zichzelf Kid noemt. Dick Tracy neemt de jongen onder zijn hoede en gaat de strijd aan met Big Boy. Maar de gevaarlijke misdaadbaas kan rekenen op de hulp van elke crimineel uit de stad. De detective wordt hun nieuwste doelwit.

Voor Dick Tracy komen er nog wat problemen bij, want de detective moet de verleidelijke danseres Breathless Mahoney proberen te weerstaan. Dat is geen evidente zaak voor de detective die een relatie heeft met de trouwe Tess Truehart. Kan Dick Tracy zowel zijn persoonlijk leven als de stad van de ondergang redden?

Acteur Personage
Warren Beatty Dick Tracy
Glenne Headly Tess Truehart
Al Pacino Alphonse "Big Boy" Caprice
Charlie Korsmo Kid
Madonna Breathless Mahoney
Dustin Hoffman Mumbles
William Forsythe Flattop
Dick Van Dyke D.A. John Fletcher
Seymour Cassel Sam Catchem
Charles Durning Chief Brandon
Kathy Bates Mrs. Green
James Caan Spuds Spaldoni
Paul Sorvino Lips Manlis
Ed O'Ross Itchy
Mandy Patinkin 88 Keys
Catherine O'Hara Texie Garcia

Acteur en regisseur Warren Beatty bedacht in 1975 een concept voor een film rond de stripfiguur Dick Tracy. De rechten van de stripreeks waren in handen van producer Michael Laughlin, die in dienst van Tribune Media Services werkte. Laughlin kreeg de rechten echter niet doorverkocht aan de grote filmstudio's, waarna Floyd Mutrux en Art Linson de rechten in 1977 overnamen. Drie jaar later toonde United Artists interesse in het project. De bekende scenarist Tom Mankiewicz werd gevraagd om een scenario te schrijven, aangezien hij eerder al het script van de stripboekverfilming Superman (1978) verzorgd had. Dat was niet naar de zin van Chester Gould, de geestelijke vader van Dick Tracy. Hij wilde financiële en artistieke controle over het project.


Vervolgens trokken Mutrux en Linson naar Paramount Pictures. De studio creëerde een scenario en stelde Steven Spielberg voor als regisseur. Toen Paramount een beroep deed op Universal Studios om de film mee te financieren, schoof Universal John Landis als regisseur naar voor. De studio wilde bovendien Clint Eastwood voor de titelrol en Jim Cash en Jack Epps jr. als scenaristen. Op aanraden van Landis maakten Cash en Epps van het personage "Big Boy" Caprice de voornaamste slechterik en brachten ze het verhaal onder in de jaren 30. Max Allan Collins, die op dat ogenblik de stripreeks Dick Tracy schreef, las het scenario en vond het een verschrikkelijk verhaal.

Naast Beatty en Eastwood werden ook Harrison Ford, Richard Gere, Tom Selleck en Mel Gibson overwogen voor de hoofdrol. Na een tragisch ongeluk op de set van Twilight Zone: The Movie (1983), waar John Landis op dat ogenblik aan de slag was, besloot Landis het project rond Dick Tracy op te geven. Walter Hill nam het roer over en Joel Silver werd de nieuwe producer. Cash en Epps schreven een nieuw scenario en Hill benaderde Beatty voor de hoofdrol. De productie kon starten, maar nog voor de opnames begonnen, botsten de meningen van Hill en Beatty. De regisseur had een realistische en gewelddadige film in gedachten, terwijl Beatty een film wilde die op het gebied van stijl op de originele stripverhalen uit de jaren 30 leek. Beatty wilde bovendien een hoog salaris, hetgeen Universal weigerde.

Zowel Hill als Beatty stapte op, waarna Paramount besloot om het project anders te benaderen. De studio bedacht het plan om een er een lowbudgetfilm van te maken. Regisseur Richard Benjamin werd aan boord gehaald en Cash en Epps kregen een nieuwe kans. Universal was nog steeds niet tevreden en in 1985 keerden de rechten terug naar Tribune Media Services. Beatty wilde de rechten zelf bemachtigen en wilde ook de scenario's van Cash en Epps in handen krijgen. Pas toen producer Jeffrey Katzenberg van Paramount naar Walt Disney Motion Pictures Group verhuisde, ging de bal aan het rollen. Het project rond Dick Tracy dook terug op en Beatty werd genoemd als hoofdrolspeler, regisseur en producer. Even werd ook overwogen om de film te laten regisseren door Martin Scorsese. Uiteindelijk nam Beatty zelf de regie voor zijn rekening, hetgeen hij omschreef als een noodzaak.

Maar de acteur had geen goede reputatie als regisseur. Zijn vorige film, Reds (1981), was in de bioscoop geflopt en dat was ook Disney niet ontgaan. Daarom ondertekende Beatty een contract waarin hij toestond dat als de film over zijn budget heen ging, de kosten van zijn loon afgehouden mochten worden. Beatty herschreef samen met Bo Goldman enkele dialogen, maar ze werden daar later niet voor vermeld tijdens de aftiteling.

In 1988 kreeg Beatty de toestemming om aan de productie te beginnen. Het budget van de film stond vast op 25 miljoen dollar, maar liep uiteindelijk op tot 101 miljoen, waarvan 54 miljoen dollar naar de reclamecampagne ging. Disney financierde de film via dochterondernemingen Touchstone Pictures en Silver Screen Partners. Ook Mulholland Productions, het productiehuis van Beatty, investeerde in het project.

Al Pacino was de eerste keuze van Beatty voor "Big Boy" Caprice, maar ook Robert De Niro werd overwogen. Madonna, die op dat moment een relatie had met Beatty, kreeg de rol van Breathless Mahoney. Ze wilde niet beschuldigd worden van vriendjespolitiek en dus aanvaardde ze een loon van slechts 35.000 dollar. Sean Young zei later dat zij de rol van Tess Truehart zou spelen, maar dat dit niet doorging nadat ze niet was ingegaan op de seksuele avances van Beatty.[bron?] In 1989 zei Beatty het volgende: "I made a mistake casting Sean Young in the part and I felt very badly about it."

Zie Dick Tracy (soundtrack) voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Filmcritici oordeelden verdeeld. Op het technische vlak werd de film geprezen, maar inhoudelijk schoot de film volgens de meeste recensenten te kort. Sommigen vonden ook dat Warren Beatty als 52-jarige acteur te oud was voor de hoofdrol. De vormgeving en de muziek van de film werden het vaakst genoemd als pluspunten.[bron?]

Ondanks de grote promotiecampagne van Disney werd de film geen groot succes. Er waren plannen voor een vervolg; vooral Warren Beatty had al een plan.[bron?] De bedoeling was om een franchise te starten rond de film. Maar het matige succes van Dick Tracy zorgde ervoor dat de studio plannen voor een vervolgfilm schrapte. Beatty procedeerde later nog tegen Disney omdat hem de kans om een vervolgfilm te regisseren was afgenomen.

Prijzen en nominaties

[bewerken | brontekst bewerken]

Gewonnen

Genomineerd

Gewonnen

Genomineerd

Genomineerd

  • Best Motion Picture - Comedy/Musical
  • Best Performance by an Actor in a Supporting Role in a Motion Picture - Al Pacino
  • Best Original Song - Motion Picture - Stephen Sondheim (voor het nummer "Sooner or Later (I Always Get My Man)")
  • Best Original Song - Motion Picture - Stephen Sondheim (voor het nummer "What Can You Lose?")