Naar inhoud springen

Maip

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Maip macrothorax is een vleesetende theropode dinosauriër, behorende tot de Tetanurae, die tijdens het late Krijt leefde in het gebied van het huidige Argentinië.

Vondst en naamgeving

[bewerken | brontekst bewerken]
Diagrammen van de vondsten

Van 13 tot 17 januari 2019 en 14 tot 19 maart 2019 werden opgravingen verricht op de rancho La Anita van Federico Braun, dertig kilometer ten westen van El Calafate. De expeditie stond onder leiding van Fernando Novas en was gefinancierd door de projectontwikkelaar en verzamelaar Coleman P. Burke en Yoshihiro Hayashi, de directeur van het National Museum of Nature & Science van Japan. De lokatie had al de resten opgeleverd van de plantenetende dinosauriërs Isasicursor en Nullotitan, maar nu werden door Alexis Rolando de botten gevonden van reusachtige roofsauriërs. Die werden in 2019 gemeld in de wetenschappelijke literatuur. Een onderscheid werd daarbij gemaakt tussen een gedeeltelijk skelet, een losse ruggenwervel en een losse tand die apart werden toegewezen aan drie onbepaalde soorten van de Megaraptoridae. Tijdens de coronapandemie zat Rolando in isolatie en werden de beenderen verder door hem geprepareerd.

In 2022 werd de typesoort Maip macrothorax benoemd en beschreven door Alexis Mauro Aranciaga Rolando, Matias Javier Motta, Federico Lisandro Agnolín, Makoto Manabe, Takanobu Tsuihiji en Fernando Emilio Novas. De geslachtsnaam is die van een vorstdemon uit de mythologie van de Aonikenk, de "schaduw des doods" die zijn slachtoffers ombrengt met een ijzige wind. De soortaanduiding is een combinatie van het Oudgrieks makros, "groot", en thorax, "borstkas", een verwijzing naar het omvangrijke torso.

Het holotype, MPM 21,545, is gevonden in een laag van de Chorrilloformatie die dateert uit het Maastrichtien. Het bestaat uit een fragmentarisch skelet zonder schedel. Bewaard zijn gebleven de draaier, drie nekribben, negen ruggenwervels, vele stukken rib, twee voorste staartwervels, buikribben, een linkerravenbeksbeen, stukken schouderblad, een rechterschaambeen en het onderste uiteinde van een tweede middenvoetsbeen. Of die laatste identificatie correct is, blijft echter onzeker omdat het bot sporen van pneumatisering vertoont die verder bij de voeten van theropoden onbekend is. Het zou ook om een afgebroken stuk wervel kunnen gaan. De botten lagen niet in verband en werden aangetroffen in een blok van vijf meter lang, drie meter breed en één meter diep. De ruggenwervel MPM 21546 werd niet toegewezen en evenmin de tanden MACN-Pv 19066 en MPM-PV-228645.

Grootte en onderscheidende kenmerken

[bewerken | brontekst bewerken]
Maip in grootte vergeleken met een mens

Maip is een grote theropode waarvan de lengte geschat is op negen à tien meter. Dat zou hem tot de grootste bekende megaraptoride maken. Er zou in die groep een trend geweest zijn de lichaamsgrootte te laten toenemen nadat de grote Carcharodontosauridae waren uitgestorven.

De beschrijvers stelden zeven onderscheidende kenmerken vast. Vijf daarvan zijn autapomorfieën, unieke afgeleide eigenschappen. Bij de middelste ruggenwervels zijn de facetten van de parapofysen, de voorste ribgewrichten, zadelvormig. Bij de middelste staartwervels is er een extra richel op de onderzijde van het zijuitsteeksel die de uitholling tussen zijuitsteeksel en achterste gewrichtsuitsteeksel in twee pneumatische fossae verdeelt. Het ravenbeksbeen heeft een ver reikend voorste uitsteeksel. Het ravenbeksbeen heeft geen richel onder het schoudergewricht. Op de onderste binnenrand van het ravenbeksbeen bevindt zich een hoog gewrichtsvlak voor het contact met het borstbeen.

Daarnaast is er een unieke combinatie van op zich niet unieke kenmerken. De eerste rib heeft in het tuberculum, de achterste ribkop, een pneumatische honingraatstructuur. Het ravenbeksbeen heeft geen uitholling in de achterste onderrand.

De draaier, de tweede halswervel, is opvallend kort en hoog, 2,1 maal hoger dan breed, een waarde die gedeeld wordt met Tyrannosaurus. Het intercentrum is opvallend laag geplaatst, iets achter de parapofysen. Het doornuitsteeksel van de draaier is laag, maar aan de basis niet bijzonder overdwars breed. De achterste gewrichtsuitsteeksels zijn afgerond, overdwars breder dan van voor naar achter lang, wat ook weer op Tyrannosaurus lijkt.

De voorste ruggenwervels zijn krachtig gebouwd met lage forse wervelbogen. De facetten van de voorste gewrichtsuitsteeksels zijn fors, afgerond en naar voren uitstekend. Ze zijn lager geplaatst dan de wervelboog en de gewrichtsuitsteeksels bereiken naar achter niet de bases van de zijuitsteeksels of het doornuitsteeksel. Bij de middelste ruggenwervels staan de zijuitsteeksels niet schuin naar achteren gericht; dit is een typisch megaraptoride kenmerk. Hetzelfde geldt voor de hoge doornuisteeksels van de voorste staartwervels die ook vrij lang zijn.

Het ravenbeksbeen heeft een lang onderste uitsteeksel. De groeve in de achterrand is hoog maar simpeler gevormd dan bij Aerosteon. Het ravenbeksbeen is wel forser en breder gebouwd dan bij die soort.

Bij Maip zijn zowel nekribben als borstribben bovenaan opvallend overdwars breed met een gaffelvormige structuur tussen de beide ribkoppen, het tuberculum en het capitulum. Ze moeten een krachtige verbinding met de wervelkolom hebben gevormd. Ribben en wervels tonen ook opvallende verruwingen. Die moeten hebben gediend als aanhechting voor bindweefselkapsels die de band verder zullen hebben versterkt zowel tussen kolom en ribben als tussen de ribben onderling. Een ligamentum costotranversarium was aangehecht aan verticale groeven in de punten van de zijuitsteeksels van de wervels. Het kapsel vormde een slof die de bovenzijde en onderzijde van het zijuitsteeksel en bijbehorende rib omvatte en de krachten tussen beide elementen opving. Volgens Hirasawa was er een flexibele, kinetische, verbinding. Die werd verder verzekerd door een ligamentum costovertebrale die aanhechtte bij de basis van de parapofyse, het uiterste ribfacet. De richels voor dit kapsel zijn minder duidelijk gevormd. Beide kapsels lagen in elkaars verlengde en stonden een rotatie van de rib toe, vermoedelijk in relatie met de ademhaling. De borstkas bereikt de grootste breedte onder de zesde ruggenwervel, vermoedelijk zo'n 140 centimeter.

Het schaambeen heeft een wat eenvoudige bouw: de bovenzijde is niet duidelijk gescheiden in een heupgewricht en raakvlakken met darmbeen en zitbeen.

Maip werd in de Megaraptora geplaatst, in een meer afgeleide klade met andere Zuid-Amerikaanse megaraptoriden.

Het volgende kladogram toont de positie van Maip in de evolutionaire stamboom volgens het beschrijvende artikel.

Megaraptora 

Phuwiangvenator




Vayuraptor



Fukuiraptor


 Megaraptoridae 

Australische megaraptoride indeterminata (LRF 10/106)




Australovenator


 "Klade A" 

Aoniraptor




Bajo Barreaformatie megaraptoride indeterminata (UNPSJB-Pv 944/958)




Megaraptor




Murusraptor


 "Klade B" 

Orkoraptor



Tratayenia



Maip



Aerosteon











  • Novas, Fernando; Agnolin, Federico; Rozadilla, Sebastián; Aranciaga-Rolando, Alexis; Brissón-Eli, Federico; Motta, Matias; Cerroni, Mauricio; Ezcurra, Martín; Martinelli, Agustin; D´Angelo, Julia; Álvarez-Herrera, Gerardo, 2019, "Paleontological discoveries in the Chorrillo Formation (upper Campanian-lower Maastrichtian, Upper Cretaceous), Santa Cruz Province, Patagonia, Argentina". Revista del Museo Argentino de Ciencias Naturales nueva serie. 21(2): 217–293. DOI:10.22179/REVMACN.21.655
  • Rolando, Alexis M. A.; Motta, Matias J.; Agnolín, Federico L.; Manabe, Makoto; Tsuihiji, Takanobu & Novas, Fernando E. 2022. "A large Megaraptoridae (Theropoda: Coelurosauria) from Upper Cretaceous (Maastrichtian) of Patagonia, Argentina". Scientific Reports. 12(1): Article number 6318. DOI:10.1038/s41598-022-09272-z