Naar inhoud springen

Mensink

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Mensink
Locatie Nederbiel
Algemeen
Kasteeltype havezate
Gebouwd in 14e eeuw
Gesloopt in 18e eeuw

De havezate Mensink stond in de Nederlandse buurtschap Nederbiel, provincie Gelderland.

De oudste vermelding van de havezate Mensink dateert uit 1378. In dat jaar werd Gerairt Mynschyng door Gelre met het huis beleend.

Agnes Mensinck werd in 1559 beleend met de havezate. Zij was getrouwd met Joost van Moninckhuysen. Toen Joost in 1581 overleed, werd er een boedelinventarisatie opgemaakt. Het echtpaar had immers geen kinderen die de bezittingen konden erven. Na het overlijden van Agnes in 1591 werd haar zus Barbara Mensinck met de havezate beleend. Zij was getrouwd met George van Deuthe genaamd Buth. Hierna kwam het huis in 1608 terecht bij hun zoon, Joost van Deuthe genaamd Buth. Vanwege zijn achternaam werd het huis Mensinck ook wel Buthshuis of Botshuis genoemd.

De eigenaren van de havezate Mensink behoorden tot de ridderschap van Borculo. Het huis werd omschreven als een havezate. Hieraan waren rechten verbonden: zo had de eigenaar van Mensink het jachtrecht voor de gehele heerlijkheid Borculo. In de periode 1639-1664 hadden de broers Henrick en Reiner van Deuthe regelmatig een conflict met de heer van Borculo. Deze conflicten gingen over de rechten die de broers meenden te bezitten, zoals het jachtrecht, collatierecht en het erfmarkerichterschap.

In de 18e eeuw is de havezate waarschijnlijk in verval geraakt en tot een boerderij gedegradeerd. De kadastrale kaart van 1832 toont nog slechts een omgracht terrein met twee gebouwtjes. De gracht is in de jaren 30 van de 20e eeuw gedempt.

Een afbeelding uit de 18e eeuw[1] laat een groot kasteel zien met een toren, hoofdvleugel, toegangspoort en kapel. Het zal gaan om een fantasietekening die het kasteel ook veel groter voorstelde dan het daadwerkelijk was.

Betrouwbaarder is de inventaris uit 1581. Deze geeft een beeld van een omgracht huis met een toegangspoort, bouwhuis, stal, bijenschuur en een brouwhuis. Het onderkelderde hoofdgebouw kende diverse onderdelen, zoals een keuken, zolders, waskamer en opkamer. Bij de havezate behoorden tevens diverse boerderijen in Noordijk en Geesteren.