-eur

Niet te verwarren met: EUR

Huidig bestand
136

• Geluid:  -eur    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈør / (1 lettergreep)

• -eur

• van Frans -eur, dat teruggaat op Latijn -or ^[1]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	-eur	-euren -eurs
verkleinwoord	-eurtje	-eurtjes

-eur m met een werkwoord als grondwoord van:

1. persoon die de genoemde handeling verricht

• profiteren → profiteur

1. instrument of ander middel waarmee de in het grondwoord genoemde handeling wordt verricht

• mitrailleren → mitrailleur

• mannelijke vorm van -euse
• mannelijke vorm van -rice
• -ateur

• EUR, reu

• Het woord '-eur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

• Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

• -eur

• Van het Latijnse achtervoegsel -or.

-eur m met een werkwoord als grondwoord van

1. de persoon die de genoemde handeling verricht (b.v. profiteur) of
2. instrument of ander middel waarmee de in het grondwoord genoemde handeling wordt verricht: mitrailleur

• mannelijke vorm van -euse
• mannelijke vorm van -rice
• -ateur