dichtbebouwd
Uiterlijk
- dicht·be·bouwd
- samenstelling van dicht bw en bebouwd bn
stellend | |
---|---|
onverbogen | dichtbebouwd |
verbogen | dichtbebouwde |
partitief | dichtbebouwds |
dichtbebouwd
- van een gebied dat er veel woningen en gebouwen staan
- ▸ Vooral in dichtbebouwd gebied kan de wifi in de 2,4 GHz-band het gebruik niet aan. Omdat er de afgelopen jaren veel draadloze apparatuur is bijgekomen, wordt de hinder voor gebruikers steeds groter. Ruim de helft van de internetters zegt dat de kwaliteit van de draadloze internetverbindingen in woonwijken en stadscentra slecht is.[1]
- Het woord dichtbebouwd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Wifi in steden kan de drukte niet aan” (Maandag 9 maart 2015, 13:39), NOS