Naar inhoud springen

tweak

Uit WikiWoordenboek
  • tweak
vervoeging van
tweaken

tweak

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tweaken
    • Ik tweak. 
  2. gebiedende wijs van tweaken
    • Tweak! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tweaken
    • Tweak je? 


enkelvoud meervoud
tweak tweaks

tweak

  1. ruk, kneep
  2. aanpassing
vervoeging
onbepaalde wijs to  tweak 
he/she/it  tweaks 
verleden tijd  tweaked 
voltooid
deelwoord
 tweaked 
onvoltooid
deelwoord
 tweaking 
gebiedende wijs  tweak 

tweak

  1. overgankelijk knijpen in
  2. overgankelijk beetpakken
  3. overgankelijk (ter verbetering) aanpassen, bijstellen; tweaken
  1. tweak, Online Etymology Dictionary