Naar inhoud springen

Frederik V van de Palts

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Frederik V van de Palts
Portret van Frederik V van de Palts (ca.1628/32), door Michiel Jansz. van Miereveld
Portret van Frederik V van de Palts
(ca.1628/32), door Michiel Jansz. van Miereveld
Keurvorst van de Palts
Regeerperiode 1610 - 1623
Voorganger Frederik IV
Opvolger Karel I Lodewijk (1648)
Koning van Bohemen
Regeerperiode 16191620
Verkiezing 26 augustus 1619
Voorganger Ferdinand II
Opvolger Ferdinand II
Huis Palts-Simmern (Wittelsbach)
Vader Frederik IV
Moeder Louise Juliana van Nassau
Geboren 26 aug. 1596
Deinschwang, Opper-Palts
Gestorven 19 nov. 1632 (36 jaar oud)
Mainz, Keur-Mainz
Begraven Onbekend
Echtgenote Elizabeth Stuart
Religie Gereformeerd

Frederik V van de Palts (Deinschwang, 26 augustus 1596Mainz, 29 november 1632) was in 1610 tot 1623 keurvorst van de Palts en van 1619 tot 1620 als Frederik I koning van Bohemen. Vanwege zijn kortstondige regering over Bohemen werd hij de Winterkoning genoemd.

Frederik was de zoon van Frederik IV van de Palts en Louise Juliana van Nassau, de oudste dochter uit het huwelijk van Willem van Oranje met Charlotte van Bourbon. Frederik was dus een neef (oomzegger) van prins Maurits en prins Frederik Hendrik van Nassau.

Hij werd geboren op het voormalige jachtslot van Deinschwang, tegenwoordig een dorp in de gemeente Lauterhofen. Frederik V volgde in 1610 zijn vader op als keurvorst van de Palts. Zijn familie, een protestantse tak van de Wittelsbachs, was calvinistisch, wat eerder uitzonderlijk was bij de Duitse vorsten.

De eerste jaren van zijn regering waren zeer gelukkig. De Palts was toen een rijk en welvarend gebied binnen Duitsland. Keurvorst Frederik IV was een paar jaar voor zijn dood een van de oprichters geweest van de Protestantse Unie, een bondgenootschap van de Duitse protestantse vorsten die door zijn vader was gevormd.

Het aanzien van Frederik V nam nog toe toen hij in 1613 in Londen trouwde met de enige dochter van de Engelse koning Jacobus I. Voor zijn echtgenote breidde hij het kasteel van Heidelberg uit en voorzag het van een uitzonderlijke tuin, de Hortus Palatinus, in die tijd bestempeld als het "achtste wereldwonder".

Kortstondig koning van Bohemen

[bewerken | brontekst bewerken]

In 1618 kwam de protestantse meerderheid in Bohemen in opstand tegen keizer Matthias, die als koning van Bohemen de erkende rechten van de protestanten niet had gerespecteerd en die, zelf kinderloos, zijn neef Ferdinand als zijn opvolger opdrong. Ferdinand stond bekend als militant katholiek. Bij die gelegenheid vond de Tweede Praagse Defenestratie plaats. Matthias overleed op 20 maart 1619, waarna Ferdinand tot keizer werd gekozen onder de naam Ferdinand II.

De Boheemse landdag weigerde intussen Ferdinand als koning te erkennen en bood in plaats daarvan op 26 augustus 1619 Frederik V aan, om koning van Bohemen te worden.

De protestant Frederik op de Boheemse troon in plaats van de Oostenrijkse Habsburgers, zou de macht van de Habsburgers sterk verzwakken en het delicate evenwicht tussen katholieken en protestanten in het Heilige Roomse Rijk verstoren. De Habsburgers en de Katholieke Liga (de tegenhanger van de Protestantse Unie), aangevoerd door hertog Maximiliaan van Beieren zouden dit dan ook nooit aanvaarden. Bovendien konden ze rekenen op de steun van het machtige Spanje, waar de Spaanse Habsburgers regeerden.

Zowel Frederiks moeder Louise Juliana als zijn schoonvader koning Jacobus I van Engeland raadden hem ten zeerste af de kroon te aanvaarden. Ook de meeste protestantse vorsten waren er niet voor. Alleen Frederiks oom prins Maurits moedigde hem aan. De jonge, politiek onervaren keurvorst besliste om toch koning te worden, zonder zich rekenschap te geven van de gevolgen.

Frederik reisde naar Praag, waar hij enthousiast werd ontvangen en op 4 november 1619 als Frederik I gekroond werd in de Sint-Vituskathedraal. Meteen daarop probeerde hij de vorsten van de Protestantse Unie te verzamelen, maar dat mislukte. Bijna iedereen liet hem in de steek. Alleen de protestantse vorst van Transsylvanië, Bethlen Gábor, nam de wapens op, maar hij werd snel verslagen door een leger aangevoerd door Maximiliaan van Beieren en de graaf van Tilly.

Intussen veroverden Spaanse troepen een deel van de Palts, waaronder de hoofdstad Heidelberg.

In september 1620 viel het leger van Maximiliaan en Tilly Bohemen binnen. Het bestond uit 30.000 man, waartegen Frederik slechts 13.000 Tsjechen kon plaatsen. Op 8 november 1620 leden Frederiks troepen in de Slag op de Witte Berg een zware nederlaag.

Frederik moest meteen daarna hals over kop met zijn gezin en zijn hofhouding uit Praag wegvluchten. Door die vlucht, waarbij zijn pasgeboren zoon Rupprecht bijna werd vergeten, kreeg hij te maken met de spot van heel Europa. De bijnaam "Winterkoning" was dan ook aanvankelijk een spotnaam.

De gevolgen waren dramatisch. Niet alleen verloor hij Bohemen. Ferdinand II deed hem in de rijksban en ontnam hem zowel de Palts als zijn keurvorstelijke waardigheid, die naar Maximiliaan gingen.

Frederik wist via Silezië naar Brandenburg te ontkomen en kreeg uiteindelijk asiel in de Verenigde Provinciën, waar de Staten-Generaal hem een subsidie aanboden. Hij ging met een beperkte hofhouding wonen in Den Haag. Zijn woning aan de Kneuterdijk 20-24, de voormalige woning van Johan van Oldenbarnevelt, werd in de volksmond het Hof van Bohemen genoemd. De naam van de stadswijk Bohemen herinnert hier nog aan.

Kooningshuys in Rhenen
(1745), tekening van Jan de Beijer

Frederik V kocht in Rhenen het agnietenklooster, liet het afbreken, waarna hij door architect Bartholomeus van Bassen een paleis liet bouwen. Het paleis was gereed in 1630 en stond bekend als het Kooningshuys, maar werd ook wel de Koningshof genoemd. Na zijn overlijden bleef zijn weduwe tot een jaar voor haar overlijden in het paleis wonen. In 1812 werd het paleis, inmiddels geheel vervallen, afgebroken.[1]

In januari 1629 waren Frederik V en zijn oudste zoon Frederik Hendrik op weg van Den Haag naar Amsterdam om daar de schatten van de Zilvervloot met eigen ogen te gaan zien. Frederik Hendrik verdronk bij het oversteken van het Haarlemmermeer. Zijn vader bracht het er ternauwernood levend van af.

Frederik, die zich nooit thuis zou voelen in Holland,[bron?] bleef al die tijd ijveren voor de teruggave van zijn staten. Het conflict tussen Duitse protestanten en katholieken was intussen uitgegroeid tot een van de zwaarste oorlogen die Europa had gekend, de Dertigjarige Oorlog. Frederik zelf had maar een onbetekenend legertje.

Pas in 1630 leken de kansen in protestants voordeel te keren toen de Zweedse koning Gustaaf II Adolf zegevierend door Duitsland oprukte. Hij heroverde een deel van de Palts en nodigde Frederik begin 1632 uit om terug te keren. Frederik vestigde zich in Mainz onder Zweedse bescherming, zonder echte politieke of militaire macht te hebben. Maar op 16 november 1632 sneuvelde Gustaaf Adolf in de Slag bij Lützen. De keurvorst was zwaar ontmoedigd toen hij het nieuws vernam. Hij werd kort nadien ziek en overleed. Zijn gezin was in Den Haag gebleven.

Titels en wapen

[bewerken | brontekst bewerken]
Het wapen van Frederik V als koning van Bohemen

Als keurvorst voerde Frederik de volgende titels:

Toen Frederik tot koning van Bohemen werd gekozen voegde hij daar de volgende titels aan toe:

Frederik bezat op Luxemburg na ook werkelijk alle gebieden en waardigheden die met deze titels verbonden waren. De koningen van Bohemen maakten sinds het uitsterven van het Huis Luxemburg dat lange tijd de Boheemse gebieden had geregeerd aanspraak op de titel hertog van Luxemburg.

Huwelijk en kinderen

[bewerken | brontekst bewerken]
Koning Frederik I van Bohemen
(1634), Gerard van Honthorst,
Kurpfälzisches Museum, (Heidelberg)

Frederik trouwde op 14 februari 1613 met Elizabeth Stuart (1596-1662), dochter van Jacobus I van Engeland en Anna van Denemarken. Uit dit huwelijk werden de volgende kinderen geboren:

Door zijn jongste dochter Sophia is Frederik een van de voorvaderen van de Britse koninklijke familie.

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
8. Frederik III van de Palts
 
 
 
 
 
 
 
4. Lodewijk VI van de Palts
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
9. Maria van Brandenburg-Kulmbach
 
 
 
 
 
 
 
2. Frederik IV van de Palts
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
10. Filips I van Hessen
 
 
 
 
 
 
 
5. Elisabeth van Hessen
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
11. Christina van Saksen
 
 
 
 
 
 
 
1. Frederik V van de Palts
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
12. Willem de Rijke
 
 
 
 
 
 
 
6. Willem van Oranje
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
13. Juliana van Stolberg
 
 
 
 
 
 
 
3. Louise Juliana van Nassau
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
14. Lodewijk III van Bourbon-Vendôme
 
 
 
 
 
 
 
7. Charlotte de Bourbon
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
15. Jacqueline de Longwy
 
 
 
 
 
 
[bewerken | brontekst bewerken]
Zie de categorie Frederik V van de Palts van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.