liggend
- lig·gend
- liggen met uitgang -d
vervoeging van: | liggen |
verbogen vorm: | liggende |
liggend
stellend | |
---|---|
onverbogen | liggend |
verbogen | liggende |
partitief | liggends |
liggend
- zich horizontaal en in rust bevindend
- Patiënten worden liggend vervoerd in een ambulance.
- Liggend in bed las hij de krant.
- Het woord liggend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "liggend" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Werkwoordsvorm in het Nederlands
- Onvoltooid deelwoord in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 100 %
- Prevalentie Vlaanderen 100 %