rugslag
- rug·slag
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugslag | rugslagen |
verkleinwoord |
de rugslag m
- (zwemmen) een zwemslag waarbij je met het gezicht naar boven gericht zwemt
- Vanluchene zwom vrijdag op de 100 meter wisselslag al naar de eerste plaats en verzekerde zich bovendien van een EK-ticket. Op de 100 meter vrije slag moest de 24-jarige West-Vlaming vrede nemen met de tweede plaats, maar met 47.78 dook hij opnieuw onder de EK-limiet (48.04). Vanluchene werd derde op de 50 meter rugslag. Hij tikte aan in 24.84. [2]
- klap op de rug
1. (sport) een zwemslag waarbij je met het gezicht naar boven gericht zwemt
- Het woord rugslag staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rugslag" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 21 oktober 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Samenstelling in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Zwemmen in het Nederlands
- Sport in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 98 %
- Prevalentie Vlaanderen 99 %