lepelen/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van lepelen
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		lepelen			te lepelen
onvoltooid	toekomend		zullen lepelen			te zullen lepelen
voltooid	tegenwoordig		hebben gelepeld			te hebben gelepeld
voltooid	toekomend		gelepeld zullen hebben			gelepeld te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	lepelend		gelepeld			ev. lepel	mv. verouderd lepelt	lepele
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	lepel	lepelt	lepelt	lepelt	lepelt	lepelen	lepelen	lepelen
verleden (o.v.t.)	lepelde	lepelde	lepelde	lepelde	lepelde	lepelden	lepelden	lepelden
toekomend (o.t.t.t.)	zal lepelen	zult/zal lepelen	zult/zal lepelen	zult lepelen	zal lepelen	zullen lepelen	zullen lepelen	zullen lepelen
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou lepelen	zou lepelen	zou(dt) lepelen	zoudt lepelen	zou lepelen	zouden lepelen	zouden lepelen	zouden lepelen
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gelepeld	hebt gelepeld	hebt/heeft gelepeld	hebt gelepeld	heeft gelepeld	hebben gelepeld	hebben gelepeld	hebben gelepeld
verleden (v.v.t.)	had gelepeld	had gelepeld	had gelepeld	hadt gelepeld	had gelepeld	hadden gelepeld	hadden gelepeld	hadden gelepeld
toekomend (v.t.t.t.)	zal gelepeld hebben	zal/zult gelepeld hebben	zult/zal gelepeld hebben	zult gelepeld hebben	zal gelepeld hebben	zullen gelepeld hebben	zullen gelepeld hebben	zullen gelepeld hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gelepeld hebben	zou gelepeld hebben	zou/zoudt gelepeld hebben	zoudt gelepeld hebben	zou gelepeld hebben	zouden gelepeld hebben	zouden gelepeld hebben	zouden gelepeld hebben
onpersoonlijke lijdende vorm gelepeld worden
	onvoltooid				voltooid
tegenwoordig	er wordt gelepeld				er is gelepeld
verleden	er werd gelepeld				er was gelepeld
toekomend	er zal gelepeld worden				er zal gelepeld zijn
voorwaardelijk	er zou gelepeld worden				er zou gelepeld zijn